Hoe breng je een discussie naar een besluit?

Begin met een groep bevlogen vakmensen een gesprek over een ingewikkeld vraagstuk en de tijd vult zich vanzelf.

Het kan lastig zijn om uit alle ingebrachte punten conclusies te trekken waarmee de groep een volgende stap kan maken. Met als gevolg dat de deelnemers weliswaar hun betrokkenheid hebben getoond, maar het gesprek vooral verlaten met het gevoel dat hun kostbare inbreng niet verzilverd is.

Hoe kun je een discussie met behoud van betrokkenheid toch naar een gezamenlijke uitkomst brengen?

Daarvoor gebruik ik zelf een simpel modelletje met vier letters: FISH. De letters staan voor Focus, Inventariseer, Selecteer en Haal binnen*.

Focus

In deze fase bakenen jullie het te bespreken onderwerp af en stellen jullie het doel van het gesprek vast. De zin ‘we gaan het hebben over …’ is daarvoor niet scherp genoeg. ‘We gaan een besluit nemen over ..’, ‘een advies formuleren aan …’, ‘een oplossing bedenken voor ..‘ of ‘het uitzetten van een strategie om …’ geven meer richting.

Inventariseer

In de volgende fase geeft ieder zijn inbreng over wat zij of hij denkt dat de best passende uitkomst is. Vaak is het nodig de deelnemers eerst te voeden met kennis- en inspiratiebronnen, met voorwerk van een of meerdere deelnemers of met creatieve technieken.

Het gekozen doel dicteert de vorm van ieders inbreng. Dus als jullie als doel hebben een besluit te nemen, stimuleer je ieder om zijn inbreng ook als een besluit te formuleren. Je legt ieders bijdrage op een voor iedereen zichtbare plek vast. Zo ontvouwt zich gaandeweg een opsomming van uitkomsten die in inhoud uiteen kunnen lopen, maar in hun vorm al vergelijkbaar zijn.

Het is niet de bedoeling dat deelnemers zich alleen beperken tot bijdragen die nog niet genoemd zijn. Het onderschrijven van een eerdere inbreng geeft waardevolle informatie over het gewicht dat de groep aan deze uitkomst toekent.

Discussiëren over een inbreng is in deze fase nog niet aan de orde. De uitdaging in deze fase is juist om zoveel mogelijk te divergeren; om de volle breedte van mogelijke uitkomsten te verkennen.

Selecteer

In de derde fase gaat de groep over van divergeren naar convergeren. Jullie ordenen samen het ingebrachte materiaal. Jullie denken hardop na over wat er te zien is aan overeenkomsten, openstaande vragen en discussiepunten. De overeenkomsten markeren jullie als een gezamenlijke uitkomst. Want het praat een stuk rustiger over de punten waar je het nog niet over eens bent, als je weet over welke punten je het al wel eens bent.

Vragen worden beantwoord of uitgezet voor nader onderzoek. Discussiepunten nemen jullie één voor één door. Dat kan leiden tot een gedeelde uitkomst of tot het vaststellen dat jullie het eens zijn dat je het nog niet eens bent. Dan kun je op dat onderdeel dus (nog) geen gedeelde uitkomst noteren.

Haal binnen

In de laatste fase vat je alle uitkomsten samen, je toetst ze bij de deelnemers en legt ze vast als basis voor volgende stappen.

Tenslotte

Deze manier om een gesprek past niet als je een agenda hebt van tien punten die jullie in een uur moeten afhandelen. Zelfs in een kleine en al warmgedraaide groep kan het doorlopen van de vier fasen veel tijd vragen. Deze werkwijze bewijst vooral zijn nut voor wezenlijke vraagstukken die de betrokkenheid van de hele groep vragen om tot een gedragen besluit te komen.

Annemarie Mars, maart 2015 (bewerkt in oktober 2024)


Voor de liefhebber

* In de Engelstalige versie waren deze fasen: Focus, Inventory, Select en Harvest. Ik heb het model zelf leren kennen op een internationale Change Strategy-training, de oorspronkelijke bron ervan heb ik helaas niet meer kunnen achterhalen.

In De functie van frictie ga ik in hoofdstuk 9 specifiek op de discussie als functionele én disfunctionele interventie.De functie van frictie

Fotocredits: “Bird Talk!” by A.Davey is licensed under CC BY 2.0
Lees meer →

Moet je altijd je redenen geven als je nee zegt?

Decennia geleden vroeg een studiegenoot me mee naar een gala. Ik wilde niet want ik vond de jongen in kwestie niet zo leuk. Maar dat zei ik niet. Wat ik wel zei was: “ik kan niet mee want ik heb geen jurk”.

De volgende dag stond hij voor mijn deur met een vuilniszak vol met jurken.

De vraag of en hoe ik mijn nee uitleg is nog steeds een worsteling voor me. Gelukkig heb ik in de loop der jaren wel iets aan houvast gevonden. Het zit in vier soorten redenen om nee te zeggen.

1. Praktische redenen

Dit is de makkelijke categorie van verzoeken die je wel wilt, maar niet kunt honoreren. Dan leg je uiteraard de praktische kink in de kabel op tafel. (“Ik zou graag een lezing geven maar ik kan die datum helaas niet”).

2. Evidente redenen

Dit is de categorie van verzoeken die brutaal zijn omdat ze een kleine of grote fatsoensnorm overschrijden. Ook mensen die het goed bedoelen kunnen ze onder het motto ‘nee heb je, ja kun je krijgen’ toch aan je voorleggen. Bij zo’n vraag kun je vriendelijk nee zeggen zonder reden. (“Nee, ik kan niet in het weekend op je notitie reageren”).

3. Gevoelsmatige redenen

Dit is de categorie van verzoeken waar je gevoel luid en duidelijk nee tegen zegt in de vorm van acute buikpijn. Dat gevoel alleen is reden genoeg. Je kunt dus al volstaan met: “Ik wil het niet, want het voelt niet goed”.

Toch is het zaak om ook te onderzoeken waar je buikpijn vandaan komt. Het gevoel roert zich immers omdat er een waarde wordt aangetast als je ja zegt. Bijvoorbeeld je zorgvuldigheid naar derden, je onafhankelijkheid, je focus of je rust. Door die waarde op tafel te leggen, heb je zelf meer rust over je besluit om nee te zeggen én kun je de ander helpen jouw nee beter te begrijpen.

4. Pijnlijke redenen

Dit is de categorie waarin jouw redenen om nee te zeggen voor de ander pijnlijk of kwetsend zijn, zoals bij mijn studiegenoot. Het is te makkelijk om te zeggen dat je ‘gewoon’ altijd eerlijk moet zijn. Dat is vaak zo, maar er zijn ook situaties waarin je de relatie of de eigenwaarde van de ander zwaarder weegt dan jouw eerlijkheid. Dan verzin je dus een smoes – maar laat het een betere zijn dan de mijne.

Dus?

Dit houvast helpt me om te kiezen of ik mijn redenen prijsgeef. Dat maakt het gesprek niet per se makkelijker. De angst is niet verdwenen dat de ander mijn redenen in twijfel trekt en er de discussie over aangaat. Waardoor ik in de verdediging schiet, toch toegeef en ja zeg op iets dat ik niet wil.

Gelukkig heb ik daarvoor nog een ander houvast. Dat is de afspraak met mezelf dat ik over mijn gevoel niet in discussie ga. Ik deel mijn redenen dus niet om de ander ervan te overtuigen of om het erover eens te worden. Ik deel ze zodat de ander mijn redenen kan begrijpen en zich tot mijn besluit kan verhouden.

En als de ander dat niet kan, dan rest de mededeling.

Annemarie Mars, oktober 2024

Lees meer →

Wanneer kun je stoom afblazen?

Organisaties hebben het druk én staan onder druk.

Hoe meer druk we voelen, hoe groter onze behoefte is om een ventiel te vinden om het drukkende gevoel kwijt te raken.

Om stoom af te blazen.

Maar de manier waarop we dat doen luistert nauw. Je kunt namelijk vanuit drie intenties stoom afblazen, en elke intentie heeft een valkuil.

Stoom afblazen om je hart te luchten

In turbulente tijden is het fijn als je af en toe bij elkaar leeg kunt lopen. Het kan dus heel functioneel zijn om gesprekken te beginnen met een ‘rondje erg’. Gedeelde smart is halve smart, zeggen we dan.

Dat wordt een valkuil als het kostbare tijd in beslag neemt die nodig is om samen volgende stappen uit te zetten. Stoom afblazen gaat ten koste van je daadkracht, waardoor de druk alleen maar groter wordt. Dan helpt het om de gesprekstijd die je aan stoom afblazen besteedt te begrenzen. Daarna nodig je het verstand weer uit aan tafel, om het gesprek over jullie opgaven te vervolgen.

Stoom afblazen om geholpen te worden

Een coach, trainer of adviseur die een cliënt tegenover zich krijgt die overloopt van emotie, zal hem eerst uitnodigen om de emmer leeg te gooien. Zo ontstaat de mentale ruimte voor de ander om geholpen te kunnen worden. Dan heeft stoom afblazen als functie om reflectie mogelijk te maken.

De valkuil die hier openligt is intentieverwarring. Je komt alleen je hart luchten en de ander denkt dat je om hulp vraagt. Dus jij deelt je smart en de ander gaat je adviseren of het voor je oplossen. Dat geeft frictie aan beide kanten. Jij gaat in de verdediging door uit te leggen hoe ingewikkeld jouw situatie wel niet is. De ander vraagt zich af waarom je bij hem komt met een probleem als je niet openstaat voor zijn hulp.

Deze valkuil is aan beide kanten te vermijden. Als jij degene bent die stoom af wil blazen, moet je helder zijn over je intentie (“Ik hoef geen advies, ik moet het alleen ff kwijt”). Als jij de helper bent kun je, als de eerste druk van de ketel is, de vraag stellen: “kan ik je helpen?” Als de ander geen “ja” zegt, ga dan niet helpen.

Stoom afblazen om je morele gelijk te halen

Bij de derde intentie blaas je stoom af tegen Jan over het gedrag van Piet, die er niet bij is. Je windt je op over zijn gedrag in de hoop dat Jan je bijvalt. Die bijval benut je als geruststelling dat de situatie dus niet aan jou ligt, en je je vrij mag wentelen in je boosheid. Jij en Jan zijn de good guys, Piet is de bad guy.

Stoom afblazen met deze intentie is altijd een valkuil. Want niet alleen verandert er zo niets aan het gedrag van Piet, het maakt organisaties onveilig. Jan zal bewust of onbewust registreren dat je veroordelend praat over mensen die er niet bijzijn. En dat je dat dus ook over hem zult doen.

Dus?

Als stoom afblazen niet ten koste gaat van je daadkracht en als je het niet misbruikt om je morele gelijk te halen, is het een onmisbaar ventiel om druk te reguleren in turbulente organisaties.

Annemarie Mars, mei 2022

Fotocredits: “Calling mommy” by hedera.baltica is marked with CC BY-SA 2.0.
Lees meer →

Wanneer heeft discussiëren geen zin – en wanneer wel?

Er is niets mis met een goede discussie op zijn tijd.

Toch discussiëren we eerder te veel dan te weinig. Bijvoorbeeld in situaties waarin het uitwisselen van argumenten bij voorbaat kansloos is.

Ik noem er zeven.

1. Als het gesprek niet hoeft te leiden tot een gezamenlijke uitkomst. Dan hoef je het niet eens te worden. Het is beter om uit te wisselen hoe jullie naar de kwestie kijken en je te verwonderen over de verschillen.

2. Als de ander jouw urgentiegevoel niet deelt. Dan ligt onder het gesprek een verschil in wat jullie belangrijk vinden. Een belang is een gevoelskwestie die je met rationele argumenten niet kunt overbruggen. Het is beter om te kijken of je het belang van de ander kunt honoreren, compenseren of doorkruisen.

3. Als er al posities zijn ingenomen. Dan is discussiëren een gepasseerd station. Het is beter om te erkennen dat jullie niet openstaan voor elkaars beïnvloeding.

4. Als de ander je niet vertrouwt. Dan zal hij alles dat je zegt uitleggen als een signaal van een verborgen agenda. Het is beter om de ander te laten merken dat je erkent wat voor hem belangrijk is.

5. Als argumenten aannames zijn. Dan kun je discussiëren, en je kunt het zelfs eens worden, maar jullie besluit is gedoemd te mislukken. Het is beter om je aannames aan te wijzen en te onderbouwen.

6. Als steeds dezelfde argumenten worden herhaald. Dan zijn die argumenten blijkbaar niet overtuigend genoeg. Het is beter om te zoeken naar nieuwe invalshoeken, en anders vast te stellen dat jullie het niet eens zijn.

7. Als de ander overmeesterd is door zijn emoties. Dan zijn jouw argumenten olie op het vuur. Bovenop de emotie die de kwestie bij hem losmaakt komt de frustratie dat je zijn gevoel aan het wegrationaliseren bent. Het is beter om de emotie van de ander te erkennen.

Er zijn dus best veel situaties waarin discussiëren geen zin heeft.

Dat verklaart waarom de discussie zo’n slechte naam heeft gekregen en we hem als tegenpool van de dialoog zijn gaan zien. Maar als we daarom de discussie schrappen uit ons repertoire, zijn we als een timmerman die zijn hamer weggooit omdat hij hem verkeerd gebruikt. Want er is ook een situatie aan te wijzen waarin een discussie wél zin heeft:

Als jullie samen willen zoeken.

In dat gesprek is alles dat in de zeven situaties ontbreekt wél aanwezig: het streven naar een gezamenlijke uitkomst, een gedeeld urgentiegevoel, open posities, vertrouwen, alertheid op aannames en nieuwsgierigheid naar nieuwe invalshoeken, met ook ieders verstand aan tafel.

Discussie hoort in de gereedschapskist van elke veranderaar, niet als tegenpool van de dialoog maar als een van de instrumenten om de dialoog aan te gaan. De Van Dale omschrijft het niet voor niets als redetwist. Een goede discussie knettert en schuurt, als bewijs dat je op het scherpst van de snede samen aan het zoeken bent.

Annemarie Mars, december 2021


Voor de liefhebber

Hoofdstuk 8 van De functie van frictie gaat over hoe je kunt voorkomen dat een discussie polariseert. In hoofdstuk 10 behandel ik de valkuil dat je in discussie gaat over een genomen besluit.

De functie van frictie

Fotocredits: “Nazca Boobies in deep discussion” by Andrew Turner is licensed under CC BY 2.0
Lees meer →

Hoe begeleid je een veranderbijeenkomst als iedereen er anders inzit?

Groepsbijeenkomsten zijn een veelgebruikte manier om met medewerkers het gesprek over organisatieveranderingen aan te gaan.

De vraag is hoe je zo’n bijeenkomst begeleidt als de deelnemers er allemaal anders inzitten. Bij de ene deelnemer lijkt de verandering nog niet binnen te komen (‘ontkenning’), bij de ander roept hij vooral twijfels, zorgen en emoties op (‘weerstand’), bij een derde leidt hij tot zelfonderzoek over de eigen rol erin (‘reflectie’) en weer bij een ander wordt hij omarmd (‘verbinding’). Over de vraag wat je als veranderaar in zo’n situatie kunt doen gaat het blog van deze maand.

Mijn antwoord bestaat uit vier tips. (meer…)

Lees meer →

Hoe regisseer je een veranderbijeenkomst?

Groepsbijeenkomsten en teamvergaderingen zijn een veelgebruikte manier in organisaties om medewerkers te informeren over veranderingen, om hun vragen en reacties op te vangen en om hen te betrekken bij het initiëren en vormgeven van veranderingen.

In een goede veranderbijeenkomst komt bij de deelnemers energie vrij en daar zit gelijk de uitdaging voor de begeleider ervan. Die energie is immers niet altijd goed te voorspellen, zal per deelnemer kunnen verschillen, zal tijdens de bijeenkomst kunnen omslaan en zal worden beïnvloed door de opstelling van de andere deelnemers. In dit blog geef ik enkele handreikingen voor begeleiders van dergelijke bijeenkomsten aan de hand van drie zinnen die hij* zoveel mogelijk moet vermijden. (meer…)

Lees meer →