Is het een belang of een bezwaar?

Mensen kunnen op verschillende manieren tegengas geven in een gesprek over verandering: met een belang of een bezwaar.

Bijvoorbeeld bij een fusie:

Bezwaar: “Ik vind de fusie geen goed idee. Ik zie een betere manier om het dalende marktaandeel op te lossen”

Belang: “Ik wil de fusie niet omdat ik daarmee de sleutelpositie verlies die ik heb opgebouwd”

Of bij een nieuwe werkwijze:

Bezwaar: “Ik vind de nieuwe werkwijze geen goed idee. Hij is bedoeld om de klant beter helpen maar dat gaat zo niet lukken”

Belang: “Ik wil de nieuwe werkwijze niet omdat de rol die ik daarin krijg me niet motiveert”

Met een bezwaar geven mensen aan dat de verandering in hun ogen nog niet genoeg is doordacht, met een belang dat de verandering voor hen verlies en nadelen met zich meebrengt.

Waarom is dat onderscheid belangrijk?

Bezwaren zijn een signaal dat de verandering zijn eigen bedoeling in de weg zit. Als je die bezwaren meeneemt, wordt de verandering er beter van.

Bij belangen ligt dat anders. Want het herverdelen van belangen is inherent aan verandering. Om een waarde voor de ene groep mensen mogelijk te maken betaalt een andere groep mensen een prijs. Als je op die prijs stelselmatig toegeeft, verwatert de verandering.

Hoe hou je ze uit elkaar?

Nauwelijks.

Ten eerste verpakken mensen hun belangen vaak als bezwaren. Het is immers in organisaties niet altijd gebruikelijk om te zeggen wat je wilt. Dus zeggen ze wat ze vinden, niet wat ze willen.

Ten tweede komen met zowel bewaren als belangen emoties mee. Bij een belang wekt de prijs die mensen betalen hun boosheid en frustratie op. Maar ook bezwaren geven frustratie omdat ze als een signaal worden uitgelegd dat de verandering niet in deskundige handen is.

Dus?

Belangen en bezwaren zijn beide signalen om serieus te nemen, maar het vraagt goed luisteren en doorvragen om het goed te duiden. Zodat je kunt onderzoeken wat de tegenwerping je te vertellen heeft over wat je te doen staat.

Annemarie Mars, april 2024

Fotocredits: “cormorants – Jamestown ferry docks Virginia birds” by watts_photos is licensed under CC BY 2.0.

 

Lees meer →

Hoe zorg je dat mensen iets voor elkaar over hebben?

Het is fijn veranderen als mensen wat voor elkaar overhebben. Als de fusiepartners bereid zijn elkaar halverwege te ontmoeten. Als afdeling A een deel van het werk over kan nemen van afdeling B. Als Sales en Productie open staan voor elkaars inbreng in de customer journey.

Of iemand iets voor een ander over heeft is niet alleen een kwestie van karakter of mindset. Het hangt ook, en misschien wel vooral, af van de situatie. Twee condities wegen in de afweging zwaar mee.

De eerste conditie is de verenigbaarheid van belangen. Als ik met wat ik geef mezelf niet teveel in de vingers snijd heb ik meer voor je over. Ik vind het prima om iemand voor te laten gaan in de wachtrij bij de kassa van de Albert Hein, maar niet in de wachtrij voor mijn knieoperatie.

De tweede is de warmte van de relatie. Als je me dierbaar bent heb ik meer voor je over. Voor mijn kinderen zet ik alles opzij, voor een voorbijganger een stuk minder.

Als belangen verenigbaar zijn en de relatie warm is, kun je echt samen veranderen. Niemand hoeft voor een ander iets te bepalen; mensen komen er samen uit. Ze leggen op tafel wat ze belangrijk vinden en ze overbruggen de verschillen door geven en nemen. Zo kan een gedeelde richting ontstaan waar ieder zijn beweegredenen voldoende in herkent.

Maar soms zijn belangen niet zo makkelijk te overbruggen en is de relatie te pril of te kil. Dan kun je onderzoeken of je beide condities kunt versterken. Je kunt belangen compenseren zodat de verschillen kleiner zijn. En je kunt investeren in de relatie, zodat mensen elkaar gaan zien als mens van vlees en bloed.

Dan blijven de situaties over waarin de belangen gewoon te groot en strijdig zijn om te overbruggen. Als je dan volhardt in je verwachting dat mensen er samen wel uit zullen komen, zal de verandering polariseren. Want ze zullen er niet uitkomen en in het stagnerende gesprek zal de relatie alleen maar verder afkoelen.

Samen veranderen is dan op zijn grenzen gestuit. Er is een arbiter nodig die een mandaat heeft om te bepalen wie welke prijs gaat betalen. Deze beslisser moet helder zijn over de urgentie van het besluit én mag partijen nooit het gevoel geven dat ze veroordeeld worden op het feit dat ze opkomen voor hun belang. Want daarmee drijft de arbiter partijen nog verder uit elkaar en is de route van samen veranderen ook voor toekomstige opgaven afgesloten.

Dus?

Ben realistisch over de kans dat mensen iets voor elkaar over zullen hebben. Schat in of de condities daarvoor in jouw veranderopgave aanwezig zijn. Zo niet, compenseer belangen en investeer in de relatie.

Zodat je alle mogelijkheden die er zijn benut om samen te veranderen.

Annemarie Mars, augustus 2022

Fotocredits: Bird feed by Jidanchaomian is licensed with CC-BY-2.0
Lees meer →

Hoe verdeel je de aandacht in een veelzijdig krachtenveld?

Voor elke manager geldt dat er zich meerdere partijen boven hem, naast hem en onder hem bevinden om rekening mee te houden, zoals medewerkers, klanten, bazen, collega’s, ketenpartners, externen et cetera. Soms wijzen de behoeften van al die partijen in dezelfde richting, vaak niet. Is dat op voorhand een probleem? Nee. Voor de managers die ik in mijn praktijk tegenkom maakt het balanceren tussen meerdere betrokkenen de functie juist leuk, afwisselend en uitdagend. Toch is de valkuil in een veelzijdig krachtenveld dat de ene betrokkene systematisch meer aandacht krijgt dan de andere.

In dit blog geef ik daar drie voorbeelden van.

Mensen die hard aan je trekken

Mensen kunnen behoorlijk sturend zijn in hun pogingen om de zaken die ze voor zichzelf, voor anderen of voor de organisatie belangrijk vinden, aan de manager kenbaar te maken. Ze kunnen aandringen, hun enthousiasme uiten, boos worden, lobbyen, zich ongeduldig tonen, hun verleidingskunsten inzetten, met sancties dreigen of de manager voor een voldongen feit plaatsen. Als de kracht waarmee mensen aan de manager trekken evenredig zou zijn met de urgentie van hun aanspraak, zou het leven van een manager een stuk makkelijker zijn. Maar de praktijk is weerbarstiger. Sommige mensen trekken minder hard dan anderen omdat dat dit niet bij hun karakter past, of omdat ze minder goed toegang tot de manager (denken te) hebben of simpelweg omdat ze niet weten dat ze in een dossier belanghebbend zijn.

Voor  een manager is het niet prettig als iemand hard aan hem trekt; de ander claimt ongevraagd ruimte en zet daarmee de relatie onder druk. De verleiding voor de manager kan dus groot zijn om snel van die druk af te willen zijn. De snelste manier is om het belang of de behoefte van de ander te honoreren. Die verleiding is menselijk, maar heeft als prijs dat de belanghebbenden die minder hard trekken benadeeld worden. Tevens wordt een ongewenst én aanstekelijk signaal afgegeven dat hard trekken dus loont. Ook de omgekeerde redenatie: ‘als je hard aan me trekt, honoreer ik je aanspraak juist niet’, is riskant, omdat het punt van de ander wel degelijk urgent kan zijn.

De uitweg voor de manager is gelegen in het credo: ‘het is de inhoud van de aanspraak die bepalend is voor welke keuze ik maak, niet de druk die op me wordt uitgeoefend’. De manager maakt dus bij elk appel dat op hem gedaan wordt een mentale pas op de plaats. In de ruimte die hij zo voor zichzelf creëert, neemt hij de behoeften en belangen binnen zijn hele krachtenveld in ogenschouw.

Mensen met wie je een warme relatie onderhoudt

In een veelzijdig krachtenveld vindt voortdurend wederzijdse beïnvloeding plaats. Beïnvloeding is effectiever én duurzamer als het plaatsvindt in een warme relatie waarin de beïnvloeder er blijk van geeft de ander als mens te ‘zien’ in plaats van als alleen een middel om het eigen doel te bereiken. Een warme relatie is dus weliswaar een succesfactor bij beïnvloeding, maar mag geen criterium zijn bij de afweging wiens aanspraak gehonoreerd wordt. Dat noemen we immers vriendjespolitiek. Vriendjespolitiek is het bewust voortrekken van de mensen die de manager aardig vindt. Wat ik vaker waarneem is het onbewust achterstellen van de mensen waarmee de manager een problematische relatie onderhoudt. De slechte relatie maakt dat de manager losraakt van wat voor de ander belangrijk is, waardoor dit belang in zijn afweging onderbelicht blijft, wat op zijn beurt ervoor zorgt dat de relatie verder verslechtert, waardoor de beïnvloedbaarheid van de ander verder daalt, et cetera.

Ook hier geldt dat het de inhoud van de aanspraak is die bepalend zou moeten zijn voor de afweging, niet de warmte van de relatie. De manager zou in zijn hele krachtenveld dienen te investeren in warme relaties; omdat hij zo meer gedaan krijgt en omdat het voor iedereen veel fijner werken is. Warme relaties zijn dus een middel én een doel op zich. Voor de relaties die zijn afgekoeld of nooit zijn opgewarmd, is het de manager die aan zet is om zijn nieuwsgierigheid naar de behoeften en belangen van de ander te hervinden.

Mensen die (wel) veranderingsbereid zijn

In organisaties is verandering aan de orde van de dag. Organisaties die zich niet aanpassen aan hun veranderende omgeving zullen daar vroeg of laat de rekening van gepresenteerd krijgen. Toch betekent het mantra ‘stilstand is achteruitgang’ niet dat mensen die veranderingsgezind zijn automatisch het gelijk aan hun zijde hebben. Niet elke verandering is immers bij voorbaat beter dan stil blijven staan.

Als een manager verandering als een doel op zich ziet, zal hij mensen die twijfels hebben over een verandering het signaal afgeven dat hun inbreng niet gewenst is. De manager betaalt hier een dubbele prijs: hij blijft verstoken van hun inbreng én hij raakt ze kwijt. De manager die zijn blik gericht houdt op zijn hele doelgroep en twijfels net zo verwelkomt als bijval, zal de beste kaarten hebben om de verandering te laten slagen. Of om zich op tijd te realiseren dat het beter is deze verandering niet door te zetten.

Annemarie Mars, augustus 2011

Lees meer →