Aanspreken is een interventie hoog op de schaal van heftigheid. Soms is het nodig, maar je kunt er ook veel mee stukmaken.

Op deze pagina vind je 118 blogs in chronologische volgorde. Klik hier als je ze per thema wilt bekijken.
Aanspreken is een interventie hoog op de schaal van heftigheid. Soms is het nodig, maar je kunt er ook veel mee stukmaken.
Er zijn weinig mensen die nooit een periode meemaken dat het leven pijn doet. Eén van de adviezen die deze mensen vaak krijgen, is dat ze ‘het tijd moeten geven’.
Maar is dat eigenlijk wel een goed advies?
Over de vraag wat maakt dat een verandering kan slagen hebben velen zich het hoofd gebogen.
Ik ook.
In veel organisaties heeft de zin ‘de cliënt centraal’ een prominente plek in de visie of de koers. Het valt me op dat hij in veranderopgaven onbedoeld kan uitwerken als een stoorzender.
Dat zit zo.
“Zo erg is het niet.”
“Je moet het gewoon doen.”
“Hier hebben we geen tijd voor.”
Het is fascinerend hoe we met onze taal iemand het gevoel kunnen geven dat zij of hij erbij hoort. Of niet.
En soms zeggen we iets omdat we iemand dat gevoel willen geven, maar geven we onbedoeld toch het tegenovergestelde signaal af.
Het is dus belangrijk om je af te vragen: welk signaal geef ik af?
“Mensen verzetten zich doorgaans een stuk minder tegen hun eigen ideeën”, las ik in een managementboek.
De zin gaf me om twee redenen buikpijn.
Alleen al de woorden ‘gesprek over gedrag’ klinken heftig.
Dat zou geen reden mogen zijn om er niet aan te beginnen.
Maar als er eraan begint, kan de manier waarop je het gesprek opent het verschil maken tussen ontvankelijkheid en weerstand.
Begin met een groep bevlogen vakmensen een gesprek over een ingewikkeld vraagstuk en de tijd vult zich vanzelf.
Het kan lastig zijn om uit de veelheid van ingebrachte punten conclusies te trekken waarmee de groep een volgende stap kan maken.
Decennia geleden vroeg een studiegenoot me mee naar een gala. Ik wilde niet want ik vond de jongen in kwestie niet zo leuk. Maar dat zei ik niet. Wat ik wel zei was: “ik kan niet mee want ik heb geen jurk”.
De volgende dag stond hij voor mijn deur met een vuilniszak vol met jurken.
Niet alles wat je wil veranderen kan zomaar lukken. Wat je wil moet ook solide zijn. Het moet de potentie hebben om zijn belofte waar te maken.
Hoe kun je vaststellen of een verandering solide is?
Het is een veelvoorkomende frustratie onder veranderaars. Mensen die ja zeggen maar nee doen.
Waarom doen mensen dat?