Vorig jaar stopte ik met het gebruiken van plastic zakjes voor mijn fruit. Sindsdien neem het los mee. Een keer of drie trok ik op de automatische piloot toch een zakje van de rol. Daarna was ik eraan gewend. Al met al duurde de borgingsfase van deze verandering twee weken.
Zes jaar geleden ben ik fors afgevallen. Het lukt me om op gewicht te blijven. En toch blijven oude patronen op de loer liggen. Het gaat niet vanzelf en dat wordt met het verstrijken van de tijd niet minder. Ik denk niet dat ik de borgingsfase van deze verandering ooit achter me ga laten.
In beide voorbeelden is borging het sleutelwoord. De van Dale omschrijft het als: ‘beveiligen tegen losgaan’, en voor het tweede voorbeeld kan ik geen betere omschrijving bedenken. Maar voor organisatieverandering vervang ik het woord ‘losgaan’ liever door ‘terugvallen’. De borgingsfase is de periode waarin de verandering al is ontwikkeld, ingeregeld en doorgevoerd. Mensen doen het al. Maar het gaat nog niet vanzelf. Het vertrouwde patroon ligt er nog als een oud karrespoor. Borging is de kwetsbare periode waarvan de Croma-reclame zegt:
’Je moet er nog wel even bijblijven’.
In een vloeibare wereld doen we borging geen recht door het een fase te noemen. We kunnen het beter zien als een staat van permanente alertheid. Zodat we onszelf en elkaar kunnen attenderen op momenten van terugval in al die veranderingen die al zijn doorgevoerd maar nog wel kwetsbaar zijn. Ongeacht hoe lang geleden ze zijn ingezet. Want in veel veranderingen blijven de oude karresporen nog lang hun behoudende kracht uitoefenen.
Maar soms is de behoefte aan borging een valkuil. Dan bedoelen veranderaars iets anders als ze zeggen dat er borging nodig is om de verandering te verduurzamen. De uitdaging is niet dat het nieuwe gedrag nog onwennig en kwetsbaar is, maar dat het nieuwe gedrag nog niet zichtbaar is.
Er is nog niets om vast te houden.
De valkuil is compleet als die behoefte aan borging aanleiding is om de duimschroeven steviger aan te draaien. De toon waarmee de verandering wordt uitgedragen wordt strenger, de handhaving wordt strikter en er komen sancties bij. Maar als de interventies die tot dan toe zijn ingezet al niet tot gedragsverandering hebben geleid, zal deze aanvullende directiviteit het evenmin doen. Het werkt alleen maar contraproductief. Doordat de relatie afkoelt, graven mensen zich alleen maar dieper in hun posities in. Met als gevolg dat ze het vertrouwde gedrag borgen in plaats van het nieuwe.
De uitdaging in die situaties is niet hoe je elkaar kunt helpen het nieuwe gedrag vast te houden, maar hoe elkaar kunt stimuleren het vertrouwde gedrag los te laten. Dat is een andere vraag. Voor het vinden van het antwoord dat bij jouw opgave past hebben we een heel vakgebied tot onze beschikking: verandermanagement.
Annemarie Mars, mei 2023