Decennia geleden vroeg een studiegenoot me mee naar een gala. Ik wilde niet want ik vond de jongen in kwestie niet zo leuk. Maar dat zei ik niet. Wat ik wel zei was: “ik kan niet mee want ik heb geen jurk”.
De volgende dag stond hij voor mijn deur met een vuilniszak vol met jurken.
De vraag of en hoe ik mijn nee uitleg is nog steeds een worsteling voor me. Gelukkig heb ik in de loop der jaren wel iets aan houvast gevonden. Het zit in vier soorten redenen om nee te zeggen.
1. Praktische redenen
Dit is de makkelijke categorie van verzoeken die je wel wilt, maar niet kunt honoreren. Dan leg je uiteraard de praktische kink in de kabel op tafel. (“Ik zou graag een lezing geven maar ik kan die datum helaas niet”).
2. Evidente redenen
Dit is de categorie van verzoeken die brutaal zijn omdat ze een kleine of grote fatsoensnorm overschrijden. Ook mensen die het goed bedoelen kunnen ze onder het motto ‘nee heb je, ja kun je krijgen’ toch aan je voorleggen. Bij zo’n vraag kun je vriendelijk nee zeggen zonder reden. (“Nee, ik kan niet in het weekend op je notitie reageren”).
3. Gevoelsmatige redenen
Dit is de categorie van verzoeken waar je gevoel luid en duidelijk nee tegen zegt in de vorm van acute buikpijn. Dat gevoel alleen is reden genoeg. Je kunt dus al volstaan met: “Ik wil het niet, want het voelt niet goed”.
Toch is het zaak om ook te onderzoeken waar je buikpijn vandaan komt. Het gevoel roert zich immers omdat er een waarde wordt aangetast als je ja zegt. Bijvoorbeeld je zorgvuldigheid naar derden, je onafhankelijkheid, je focus of je rust. Door die waarde op tafel te leggen, heb je zelf meer rust over je besluit om nee te zeggen én kun je de ander helpen jouw nee beter te begrijpen.
4. Pijnlijke redenen
Dit is de categorie waarin jouw redenen om nee te zeggen voor de ander pijnlijk of kwetsend zijn, zoals bij mijn studiegenoot. Het is te makkelijk om te zeggen dat je ‘gewoon’ altijd eerlijk moet zijn. Dat is vaak zo, maar er zijn ook situaties waarin je de relatie of de eigenwaarde van de ander zwaarder weegt dan jouw eerlijkheid. Dan verzin je dus een smoes – maar laat het een betere zijn dan de mijne.
Dus?
Dit houvast helpt me om te kiezen of ik mijn redenen prijsgeef. Dat maakt het gesprek niet per se makkelijker. De angst is niet verdwenen dat de ander mijn redenen in twijfel trekt en er de discussie over aangaat. Waardoor ik in de verdediging schiet, toch toegeef en ja zeg op iets dat ik niet wil.
Gelukkig heb ik daarvoor nog een ander houvast. Dat is de afspraak met mezelf dat ik over mijn gevoel niet in discussie ga. Ik deel mijn redenen dus niet om de ander ervan te overtuigen of om het erover eens te worden. Ik deel ze zodat de ander mijn redenen kan begrijpen en zich tot mijn besluit kan verhouden.
En als de ander dat niet kan, dan rest de mededeling.
Annemarie Mars, oktober 2024