Verandering ontstaat in het gesprek dat we erover voeren. Waarin jij woorden uitspreekt over wat jij denkt dat wijsheid is, en de ander ook.
De tekst die jij uitspreekt over wat jij wilt veranderen noem ik ‘je veranderverhaal’. In elk veranderverhaal zitten drie lagen. Op welk moment en in welke volgorde je elke laag aanboort is maatwerk. Hoe beter je die drie lagen voor de ander zichtbaar en voelbaar maakt, hoe beter de ander zich kan verhouden tot wat jij wil.
Die drie lagen zijn de vernieuwende krachten, behoudende krachten en wat niet verandert.
Laag 1 – vernieuwende krachten
In deze laag vertel je wat er voor wie misgaat als de situatie blijft zoals hij is. Je deelt jouw urgentiegevoel. En je spreekt je uit over je ambitie: dat wat je wil bereiken. Zo leg je jouw beweegredenen op tafel.
Laag 2 – behoudende krachten
Waar redenen zijn om te bewegen, zijn ook altijd redenen om niet te bewegen. Veranderen breng verlies met zich mee, heeft nadelen en geeft onzekerheid. In deze laag erken je die behoudende krachten.
Dan kun je naar de ander voelbaar maken waarom voor jou de vernieuwende krachten zwaarder wegen dan de behoudende.
Laag 3 – wat niet verandert
Niet alles verandert, je wilt niet alles veranderen en je kunt niet alles veranderen. In deze laag tel je dus jullie zegeningen over wat jullie al hebben bereikt en waar je op verder bouwt. Je benoemt waar jullie kracht ligt die je niet kwijt wil. En je bent helder over de problemen die de verandering niet oplost.
De drie lagen in het veranderverhaal van de ander
Uiteraard heeft ook het veranderverhaal van de ander deze drie lagen. Je kunt ze dus gebruiken om goed door te vragen over wat de ander wil. Je bevraagt hem op zijn redenen om te bewegen én om niet bewegen, en op wat hij niet wil of kan veranderen.
Dan kunnen jullie in het gesprek over verandering beide veranderverhalen naast elkaar leggen en de overlap vinden waarop je samen kunt bewegen.
Annemarie Mars, december 2023