Te veel veranderopgaven staan bol van de kaders. Er zit geen enkele rem op en ze maken meer kapot dan je lief is.
Het lijkt wel een verslaving.
Moeten we niet gewoon cold turkey afkicken?
Nee. We hoeven kaders niet volledig uit te bannen. Maar veranderingen worden er beter van als we ons matigen in de drang om te kaderen.
Hoe doe je dat?
Als je een kader stelt, verklaar je een deel van het gebied waarop jullie bewegen voor de ander tot verboden terrein. Je zet een hek neer waarbinnen je hem de ruimte geeft om te bewegen. Daarbuiten mag hij niet komen.
Een kader kan alleen zijn functie vervullen als de ander begrijpt wat er misgaat als hij er buiten gaat. Als jij een hek neerzet waarvan de ander de noodzaak niet begrijpt, krijg je ofwel weerstand (‘waarom staat hier in hemelsnaam een hek!’), leeg gedrag (‘oeh, een hek, daar zal ik wel niet mogen komen’) of burgerlijke ongehoorzaamheid (‘hé, een hek, ik ga eens kijken wat er achter ligt’).
Maar als de ander begrijpt waarom het terrein buiten het hek problematisch is, is de vraag of je nog wel een hek nodig hebt. Zijn urgentiegevoel wijst immers al de weg. Je hoeft niets te bepalen, alleen maar uit te leggen.
Dat urgentiegevoel hoeft niet eens van jou te komen. Als je met de ander het gebied samen gaat verkennen op mogelijke voetangels en klemmen, kan hij er zelf achter komen welke delen van het terrein niet geschikt zijn om heen te gaan. Je hoeft niets te bepalen, alleen maar te bevragen.
Je kunt er zelfs voor kiezen om helemaal niets doen. Als je de ander alle vrijheid geeft om te gaan en staan waar hij wil, zal hij door schade en schande wijs worden wat de plekken zijn waar hij beter weg kan blijven. Je hoeft niets te bepalen, alleen maar los te laten.
Dus?
Uitleggen, bevragen en loslaten zijn de beste remedies tegen kaderverslaving.
Maar soms is het wél nodig dat je een kader stelt. Dat zijn de situaties waar tegengestelde belangen spelen op een ongelijk speelveld waar de relaties niet warm genoeg zijn om de ruimte uit eigen beweging eerlijk te verdelen. Dan is het aan jou om te bepalen welke ruimte je elk van hen toebedeelt.
Dan stel je alleen kaders waar dat echt nodig is. Niet meer en niet minder.
Annemarie Mars, april 2023
Voor de liefhebber
Het stellen van kaders behoort tot de moeten-veranderstrategie (in Hoe krijg je ze mee, hoofdstuk 4) en het zeggenschapsmodel van de bepaler (in De functie van frictie, hoofdstuk 11).