Wij-zij denken kan veel onheil aanrichten. Het is het patroon waarin de ene groep mensen een andere groep mensen als een belemmering bestempelt om hun doel te bereiken.
Het verwijt verhoogt de drempel om het gesprek met de ander op te zoeken. Dat vergroot de kans op beslissingen die niet werken. Dat draagt weer bij tot meer verwijten en dus tot nog minder bereidheid om het gesprek aan te gaan. Waardoor er nog meer beslissingen genomen worden die niet werken. Enzovoorts.
Wat kun je doen om zo’n negatieve spiraal te doorbreken?
Het antwoord op de vraag lijkt me duidelijk: je doorbreekt wij-zij denken door er zelf niet aan mee te doen. Maar als het antwoord zo voor de hand ligt, is de vraag waarom dat in de praktijk van alledag zo moeilijk is.
Ik kwam op drie menselijke behoeften die wij-zij denken in stand houden.
De behoefte aan genoegdoening
Een belangrijke reden dat wij-zij denken zo lastig te doorbreken is omdat het zo lekker is. Hoe heerlijk is het om je boos, geïrriteerd of teleurgesteld te wentelen in de benadeling die is ontstaan door toedoen van de ander. Ook ik mag me graag verliezen in de fantasie waarin ik degene ik verantwoordelijk acht voor mijn onheil, publiekelijk terecht wijs in een lange monoloog van ferme bewoordingen, waarna hij met gebogen hoofd de aftocht blaast.
In slechte films en sprookjes werkt die indeling en good guys en bad guys prima. Slechte films en sprookjes zijn nu eenmaal bedoeld om ons te verdoven met de illusie dat het goede altijd wint van het kwade. In de werkelijke wereld helpt die indeling in ‘goed’ en ‘kwaad’ nooit om een problematische situatie ten goede te keren. Knelpunten in de samenwerking tussen partijen ontstaan door talloze factoren. De intentie om anderen te benadelen maakt daar zelden deel van uit. De tragiek is juist dat wij-zij denken nogal eens ontstaat tussen partijen die beide handelen vanuit de oprechte behoefte om te doen wat in hun ogen goed is.
De fantasie van genoegdoening is al schadelijk genoeg, omdat het je weghoudt van het onderzoek naar wat er echt aan de hand is. Het verwezenlijken van die fantasie is pas echt desastreus. De vernedering die ermee gepaard gaat voor de ander zal zo’n groot gezichtsverlies met zich meebrengen dat de weg ‘terug naar de kudde’ afgesloten is.
De prijs van de kick van de genoegdoening is dus een onherstelbaar beschadigde relatie.
De behoefte bij de groep te horen
Wij-zij denken is -net als Maïzena – een krachtig instant bindmiddel. De gemeenschappelijke vijand fungeert dankbaar als bevestiging van de verhevenheid van de eigen groep boven de andere, waaraan het heerlijk is je te laven. Maar daarom is het ook zo lastig om er weerstand aan te bieden. Door niet mee te gaan met het groepsgevoel creëer je afstand. De prijs is eenzaamheid.
Maar je antwoord kan niet zijn dat je je dan maar van de zichzelf bevestigende groep afkeert. Dan verwissel je het ene wij-zij denken voor het andere. Er zijn ook andere manieren om het patroon te keren, die minder relatieschade opleveren: zoals onderzoeken (‘wat zou er bij hen aan de hand zijn?’), oplossen (‘wat kunnen wij doen om de situatie te verbeteren?’), reflecteren (‘wat is ons eigen aandeel in het ontstaan van deze situatie?’) en negeren (‘…’).
De behoefte niets te hoeven doen
In organisaties waar wij-zij denken speelt, worden de woorden “je zou toch mogen verwachten dat…”, nogal eens uitgesproken, gevolgd door een gewenste gedraging van de ander (“…ze hun afspraken nakomen, …op tijd komen, …verantwoordelijkheid nemen”). De woorden “je zou toch mogen verwachten dat…” zijn een nadere studie waard. Degene die ze uitspreekt lijkt toestemming te vragen -maar aan wie blijft impliciet- om zelf niets te hoeven doen. Onuitgesproken verwachtingen creëren echter geen enkele beweging; je kunt blijven (ver)wachten tot je een ons weegt.
Tenslotte
Deze drie behoeften hebben met elkaar gemeen dat het weerstaan ervan volharding vraagt in de wetenschap dat het nooit klaar is. Mijn eigen ervaring is dat het leven daar niet makkelijker van wordt, maar dat de beloning ligt in de innerlijke overtuiging dat je doet wat wijsheid is. Dan benaderen we de essentie van persoonlijk leiderschap; treffend verwoord door de wereldberoemde wijsgeer Professor Albus Dumbledore:
“Dark and difficult times lie ahead, Harry. Soon we must all face the choice between what is right and what is easy”
Annemarie Mars, juni 2014
Voor de liefhebber
Wij-zij denken is het onderwerp van hoofdstuk 19 van De functie van frictie