De bovenstaande vraag ben ik de laatste tijd op internetfora meer dan eens tegengekomen. Op mij oefent die zin nogal een dreigende werking uit: het voelt in elk geval niet als een open vraag waarvan elk antwoord op goedkeuring kan rekenen.
De vraag lijkt veranderaars zelfs in te delen in twee groepen: de helden die deel van zijn de oplossing en de sukkels die deel zijn van het probleem. Dan is de keuze waar je bij wilt horen snel gemaakt.
Die tweedeling is jammer. Hij smoort namelijk elke reflectie in de kiem. En hij is jammer omdat hij geen recht doet aan de realiteit van verandering. Het is volgens mij immers eerder regel dan uitzondering dat veranderaars deel uitmaken van het probleem dat ze aan het oplossen zijn.
Je bent al deel van het probleem door je aanwezigheid
Voor veranderaars die al lang genoeg aan boord zijn van de organisatie om het probleem zelf te hebben zien ontstaan, hebben zien ontwikkelen of er de schade van hebben ondervonden is evident dat ze deel zijn van het probleem. Dat geldt bijvoorbeeld voor het zittende management en interne adviseurs of externe adviseurs die de organisatie tot haar ‘vaste klanten’ rekent.
Dat is echter niet hetzelfde als hen betitelen als ‘(mede)schuldige’. Problemen in organisaties ontstaan zelden door mensen die er bewust voor kiezen er een potje van te maken. Wel worden er met de beste intenties meerdere keuzes gemaakt die elkaar in de weg kunnen zitten. Of er kunnen interactiepatronen ontstaan die problemen veroorzaken, verergeren of bestendigen. Die fricties en patronen kunnen lange tijd voortbestaan voordat de condities zich aandienen om ze ter discussie te stellen.
Of je wordt het door als veranderaar verkozen te worden
Het is mogelijk dat er veranderaars zijn die hierin tegenin brengen dat dit voor hen niet opgaat, omdat zij (nog) geen deel uitmaken van de te veranderen organisatie: zoals nieuwe managers en adviseurs en interim managers. Toch hebben al deze ‘verse’ veranderaars met elkaar gemeen dat ze door een intakeprocedure zijn gegaan met hun nieuwe werk- of opdrachtgever. Daarvan is bekend dat de klikfactor een prominente rol speelt. Onder externe adviseurs gaat niet voor niets de stelling rond dat ‘elke opdrachtgever de adviseur krijgt die hij verdient’.
Zelfs in veranderingen ‘van A naar B’ waar de gevestigde veranderaars heel bewust kiezen voor nieuw of extern bloed met een ‘B- profiel’, kunnen deze mechanismen niet worden uitgesloten. En dus zou elke aan boord stappende veranderaar zich af moeten te vragen wat het over hem zegt dat uitgerekend hij is uitgekozen om de oplossing van het probleem te begeleiden.
Of je wordt ermee aangestoken zodra je aan de slag gaat
Mochten er nog veranderaars overblijven die kunnen claimen dat ze noch door het verleden, noch door de selectieprocedure met het probleem zijn besmet, geldt dat zodra ze aan de slag gaan, in het probleem en de bijbehorende interactiepatronen kunnen worden meegezogen.
Dus?
De vraag ‘ben je deel van het probleem of van de oplossing’ kan niet beantwoord worden, omdat de vraag in zichzelf onjuist is. Voor veel veranderaars geldt namelijk dat ze zowel deel zijn van het probleem als van de oplossing. Dat is niet erg, het is inherent aan verandering en kan maar beter onder ogen gezien worden. Dat is zelfs een noodzakelijke voorwaarde om deel te kunnen zijn van de oplossing. Ook als ‘deel zijn van de oplossing’ betekent dat de veranderaar ervoor kiest om plaats te maken voor andere veranderaars die betere kaarten hebben om het probleem op te lossen.
Als er dus al aan heldenverering gedaan moet worden, dan zou die gericht moeten zijn op de veranderaars die hun bijdrage aan het probleem onder ogen durven zien.
Annemarie Mars, november 2014